top of page

Bromfiets

 

Bromfiets

 

Een bromfiets, informeel ook brommer, plaatselijk plof, kan worden beschouwd als een tussenvorm tussen fiets en motorfiets. In Nederland was tot 1966 de officiële benaming rijwiel met hulpmotor.

 

De bromfiets is een voertuig, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van 45 km/h, uitgerust met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cc of een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW. In de Nederlandse wet is bepaald dat brom- en snorfietsen niet harder mogen kunnen dan de maximum constructiesnelheid zoals die staat vermeld op het kentekenbewijs en in het kentekenregister, vermeerderd met 5 km/uur. De maximale rijsnelheid is echter 45km/u, er mag nergens sneller worden gereden.

In dit artikel wordt de juridische betekenis van het begrip "bromfiets" behandeld. Technisch is er geen onderscheid tussen brom- en motorfietsen.

 

In het verleden werden motorfietsen tot ca. 100 cc als "bromfiets" aangeduid.

 

 

 

Kenmerken

 

Oorspronkelijk was een bromfiets een fiets waaraan een motor was toegevoegd, maar in de loop der jaren is de bromfiets steeds meer een lichte motorfiets geworden, en de meeste hedendaagse bromfietsen lijken helemaal niet meer op fietsen. Pas sinds de bromfiets als zodanig in de wetgeving is opgenomen, is hieraan de maximale cilinderinhoud van 49,9 cc verbonden. Voorheen werden ook zeer lichte motorfietsjes met cilinderinhouden tot 100 cc als "bromfiets" aangeduid. De laatste jaren zijn vooral de gestroomlijnder vormgegeven scooters populair geworden. Lang is de zogenaamde buikschuiver populair geweest onder de eerste nozems in de jaren 50 tot -60 met een smal stuurtje en een buddyseat. De Puch met hoog stuur verdrong dit model omstreeks 1963 met de opkomst van de beatcultuur in Nederland. Arbeiders vervoerden zich het liefst op een stevige werkmansbrommer met 2 versnellingen van het merk Berini. De dames reden eerst vooral Solex en later op automaatjes als de Kaptein Mobylette.

 

 

 

 

Schakelbrommer

 

 

Een bromfiets met een 50cc-motor waarop geschakeld moet worden, zoals in veel auto's en op veel motorfietsen het geval is, wordt een schakelbrommer genoemd. Het aantal versnellingen varieert meestal van 2 tot 4 soms wel 7. In de jaren 1980 werd echter in Nederland de verzekeringspremie zo hoog opgeschroefd voor schakelbrommers dat veel mensen deze niet meer wilden betalen. Dat was de doodsteek voor de schakelbrommer. Tegenwoordig (2006) bekende schakelbrommers hebben veel weg van een motor maar ze komen ook voor in terreinmotor-vorm. Enkele voorbeelden zijn: Honda MT,MB en MTX, Derbi GPR en Senda, Gilera GSM en Zulu, Motorhispania RYZ Enduro en Furia Cross, Rieju MRX en RR, Yamaha FS1, Yamaha DT50X,DT50MX en DT50R, Yamaha TZR Suzuki TS50X en TS50ER en Aprilia RS, Red Rose Classic en razzo STR.

 

 

 

 

Automaat

 

Hedendaagse brommers en scooters zijn veelal automaten. In vrijwel alle gevallen gaat het dan om een speciale vorm van CVT, de Scooter-Variomatic, in combinatie met een centrifugaalkoppeling.

 

 

 

 

 

Situatie in Nederland

 

Voor bromfietsen is de cilinderinhoud beperkt tot 50 cc, de maximumsnelheid dient begrensd te zijn op 50 kilometer per uur. Een bromfiets heeft in Nederland een echt kenteken: een gele plaat met zwarte letters en cijfers. Tot 1 januari 2007 was een bromfietsplaatje op het achterspatbord en een geel plaatje op het voorspatbord of gele vlakken (stickers) bij het voorwiel voldoende, maar die zijn sinds dat moment overbodig. Een bromfiets mag alleen worden bereden als de bestuurder (en eventuele passagier) een goedgekeurde helm dragen.

Een snorfiets, een variant op de bromfiets, kan ook een cilinderinhoud van 50 cc (of minder) hebben, maar mag niet harder kunnen rijden dan 30 kilometer per uur. Er is geen helmplicht voor snorfietsen. Een snorfiets dient voorzien te zijn van een lichtblauwe kentekenplaat met witte letters en cijfers. Voordat het kenteken werd ingevoerd moest het voertuig voorzien zijn van een geldig "verzekeringsplaatje" en een oranje plaatje op het voorspatbord. Met een snorfiets mag nergens sneller worden gereden dan 25 km/uur.

Het is niet toegestaan om met een snor- of bromfiets op autosnelwegen en autowegen te rijden. Met een motorfiets mag dat wel. Bromfietsers rijden in principe op de rijbaan, tenzij anders aangegeven: een fiets/bromfietspad is zowel voor fietsers als bromfietsers verplicht. Doorgaans laten de wegbeheerders bromfietsen binnen de bebouwde kom op de rijbaan rijden en buiten de bebouwde kom op het fietspad. De maximumsnelheid van de bromfiets op de rijbaan is 45 km/uur. Rijdt men op een fiets/bromfietspad dan is de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom 30 km/uur en buiten de bebouwde kom 40 km/uur.

 

 

 

 

 

Rijbewijs

 

Tot 1996 mocht iedereen die 16 jaar of ouder was een bromfiets besturen.

In 1996 werd het bromfietscertificaat ingevoerd, dat verstrekt werd na het afleggen van een theorie-examen. Degenen die voor 1 juni 1980 geboren waren (en dus reeds het recht hadden een bromfiets te besturen) konden de eerste maanden het certificaat zonder examen verkrijgen.

In 2006 werd het certificaat vervangen door een rijbewijs categorie AM. Het certificaat kon tot 1 oktober 2009 worden omgeruild voor een rijbewijs.

Sedert 1 maart 2010 is ook een praktijkexamen vereist om rijbewijs AM te verkrijgen. Bestaande rijbewijzen (waarvoor alleen een theorie-examen is afgelegd) blijven geldig.

 

 

 

 

Chronologie van de bromfietswetgeving in Nederland

  • jaren twintig - Eerste experimenten met fietsen met hulpmotor.

  • 1948 - Eerste bromfietsen op de markt.

  • 1956 - Invoering van maximumsnelheid van 40 km/h.[1]

  • 1957 - Invoering van de gele plaat voor een duidelijker onderscheid met motorfietsen.

  • 1957 - Bromfietsen worden gelijkgesteld aan fietsen en moeten van het fietspad gebruikmaken.

  • 1958 - Verbod op buddyseatachtige constructies: een bromfiets is een fiets met motor, geen motorfiets met lichte motor en een buddyseat belemmert fietsen.

  • 1959 - Einde van verbod op buddyseat.

  • 1965 - Invoering van verplichte WA-verzekering.[1]

  • 1966 - Introductie van het verzekeringsplaatje.

  • 1974 - Introductie van de snorfiets met kleine wielen (Westerterp-wieltjes) en oranje plaat.

  • 1975 - Invoering van helmplicht.[1]

  • 1976 - Afschaffing van verplichte kleine wielen voor snorfietsen.

  • 1985 - Afschaffing van de verplichte trappers waarmee de introductie van de bromscooter in Nederland mogelijk is.

  • 1995 - Voortaan mogen ook stickers gebruikt worden als geel plaatje, dit als tegemoetkoming aan bromscooters waar steeds vaker een gele plaat moeilijk te monteren is.

  • 1996 - Invoering van bromfietscertificaat: iedereen moet voortaan een theorie-examen afleggen om een bromfietscertificaat te krijgen.

  • 1999 - Per 15 december 1999 moeten bromfietsen de rijbaan gebruiken in plaats van het fietspad of fietsstrook, tenzij anders aangegeven.

  • 2001 - Sinds 1 mei 2001 is de maatregel 'voorrang bestuurders van rechts' van kracht. Bestuurders moeten op gelijkwaardige kruispunten aan alle bestuurders die van rechts komen, voorrang verlenen. Fietsers, bromfietsers, snorfietsers en andere bestuurders zijn sinds die datum wat betreft voorrang dus gelijk aan bestuurders van motorvoertuigen.

  • 2005 - Invoering van Nederlands kenteken voor bromfietsen. Dit bromfietskenteken begon met de cijfer-/lettercombinatie 01-DBB-1. Met ingang van 1 januari 2007 moeten alle bromfietsen hiervan voorzien zijn. Tussen 1 september 2005 en 31 oktober 2006 moesten alle bromfietsen eerst geschouwd worden door een erkend bromfietsbedrijf, waarna de RDW het kentekenbewijs én een papier om een kenteken te laten maken, opstuurde. Bromfietsen van voor 1974 worden als klassiek beschouwd. Via de nieuwe kentekenplaten werd onderscheid gemaakt tussen de brom- en snorfiets in Nederland. Voor bromfietsen werd de kentekenplaat geel met zwarte letters. Voor snorfietsen werd de kentekenplaat blauw met witte letters. Hiermee verviel de noodzaak voor de in 1957 ingevoerde gele en de in 1974 ingevoerde oranje plaatjes om onderscheid te maken tussen bromfietsen en snorfietsen.

  • 2006 - Invoering van bromfietsrijbewijs AM.

  • 2008 - Per 1 april 2008 is de maximumsnelheid voor bromfietsen op de rijbaan verhoogd van 40 naar 45 km/h.[2] Tevens is het verplicht gesteld om binnen de bebouwde kom op de rijbaan te rijden, tenzij verkeerstekens anders aangeven.

  • 2010 - Vanaf maart 2010 is niet alleen het halen van theorie-examen vereist, maar ook een praktijkexamen. Hiermee hoopt de overheid het aantal verkeersdoden terug te dringen. Wegens de kosten stuit dit besluit bij velen op weerstand.

 

 

Aantallen klassiekers eind 2006

 

Uit gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) m.b.t. het invoeren van het bromfietskenteken blijkt dat eind 2006 de Zündapp, met ruim twintigduizend exemplaren, de meest voorkomende klassieke brommer in Nederland is. Op de tweede plaats staat de Solex waarvan er bijna zeventienduizend in Nederland zijn geregistreerd. Van de Puch en de Kreidler rijden er iets meer dan vijftienduizend. Volgens de RDW zijn er ruim honderd bromfietsen in Nederland waarvan er maar één exemplaar rondrijdt.

 

 

Situatie in België:

Bromfiets klasse A

Een snorfiets wordt in België aangeduid als bromfiets klasse A. Het zijn voertuigen met een cilinderinhoud van maximaal 50 cc. De maximumsnelheid is 25 km/u. Een helm is sinds 2002 verplicht. Voor een bromfiets klasse A is geen rijbewijs nodig. Ze zijn voorzien van een geel kenmerkplaatje, meestal op het achterste spatbord. Sinds 31 maart 2014 moeten evenwel alle nieuwe bromfietsen worden ingeschreven bij de DIV. Bijgevolg krijgen zij dan ook een volwaardige nummerplaat en wordt het kenmerkplaatje overbodig.

Doordat een helm in Nederland niet verplicht is voor bestuurders van een snorfiets, rijden deze regelmatig zonder helm door België. Ze zijn in België echter onderworpen aan de Belgische verkeerswetgeving, waar het dragen van een helm verplicht is voor bestuurders van de bromfiets klasse A.

Bromfiets klasse B

Het rijbewijs AM is noodzakelijk vanaf 16 jaar voor bromfiets, scooter of lichte vierwieler met een maximale cilinderinhoud van 50 cc. Of elektrische motoren met een nominaal maximumvermogen van ten hoogste 4 kW. Deze voertuigen mogen niet sneller kunnen rijden dan 45 km/u. Het dragen van een helm is verplicht.

Voor het besturen van een bromfiets dient men te beschikken over een rijbewijs AM (Sinds 01/05/2013) Voorheen volstond een rijbewijs A3. Men kan het theoretisch examen afleggen vanaf de leeftijd van 15 jaar en 6 maanden in gelijk welk erkend examencentrum. Er zijn 50 vragen en men dient een minimumscore van 44/50 te behalen om te kunnen slagen. Het rijbewijs AM kan aangevraagd worden vanaf 16 jaar, mits men geslaagd is voor het theoretisch en praktische examen. Het voorlopige rijbewijs wordt niet meer uitgereikt sinds 1 mei 2013. Als men slaagt voor het theoretische of praktische examen blijft deze uitslag 3 jaar geldig.

Het praktijkexamen op privaat terrein kan enkel nog worden afgelegd in een examencentrum naar keuze, na het volgen van 4u verplichte rijles in een erkende rijschool. Van deze 4u dienen minstens 2u op de openbare weg te worden afgelegd.

Als met het voertuig op de openbare weg wordt gereden, dient men steeds de identiteitskaart, rijbewijs en de verzekeringspapieren bij zich te hebben. Personen geboren voor 15/02/1961 mogen een bromfiets met een maximumsnelheid van 45km/u besturen zonder een rijbewijs. Wie over een rijbewijs van de categorie B beschikt mag ook met bromfietsen en scooters van de categorie AM rijden.

 

 

 

Mofa, Moped, Kleinkraftrad, Mokick en Leichtkraftrad

 

In Duitsland worden verschillende benamingen voor bromfietsen gebruikt.

  • Het begrip "Mofa" ontstond in de jaren dertig, toen veel kleine fietsfabrikanten met behulp van 98 cc ILO of Sachs hulpmotoren hun fietsen gingen aandrijven. Daardoor kregen ze al snel de naam "Motorfahrrad" of kortweg: "Mofa". De naam wordt nog steeds gebruikt, niet meer voor fietsen met hulpmotor, maar voor de kleine "damesbrommers" maar ook nog wel eens voor "Mopeds". Door de voortgang van de techniek konden al vóór de Tweede Wereldoorlog ook lichtere motortjes (50 cc) worden gebruikt om een snelheid van 40 à 50 km/h te halen, en daarmee verdwenen langzamerhand de 98 cc Mofas.

  • In 1953 werd het "Fahrrad mit Hilfsmotor" opgenomen in de Duitse verkeerswetgeving. Ze werden gedefinieerd als tweewieler met een motor van maximaal 50 cc en maximaal 33 kg gewicht. De trapperradius werd vastgelegd (er moest immers gefietst kunnen worden) en ook de minimale diameter van de wielen. De Internationale Fahrrad- und Motorrad-Ausstellung (IFMA) wilde graag van het begrip "hulpmotor" af en schreef een prijsvraag uit om een nieuwe naam voor de gemotoriseerde fiets te krijgen. Dat werd "Moped", samengesteld uit "Motorrad" en "Pedale".

  • In 1957 werd de gewichtsbeperking opgeheven. Daardoor konden de fabrikanten zwaardere, sterkere frames bouwen, en de Mopeds kregen steeds meer het uiterlijk van een motorfiets. Ze werden nu "Kleinkraftrad" genoemd, maar de benamingen "Mofa" en "Moped" bleven bestaan.

  • Door de sterkere frames was het motorvermogen ook niet meer gelimiteerd, en de Duitse fabrikanten probeerden hun Kleinkrafträder zo sterk en zo snel mogelijk te bouwen. Ze waren geweldig populair en leden ook niet onder de afnemende verkopen in de motorfietsmarkt. 16- en 17-jarigen hadden immers geen keuze en moesten wel een Kleinkraftrad aanschaffen. De wetgever moest wel ingrijpen. Als eerste schafte men de verplichte wieldiameter en de trapperradius af, waardoor vanaf nu échte kleine motorfietsen met vaste voetsteunen en kickstarters gemaakt konden worden. De naam "Moped" paste nu niet meer, en van "Motorrad" en "Kickstart" werd "Mokick" gemaakt. Maar men legde vanaf 1960 ook beperkingen op: de rijbewijsplichtige Kleinkrafträder mochten slechts 50 cc meten, maar de snelheid was niet begrensd, de "Mokicks" mochten ook slechts 50 cc meten, maar moesten begrensd zijn op 40 km per uur.

  • In 1980 werd in Duitsland de nieuwe 80 cc rijbewijsklasse ingevoerd. Deze "Leichtkrafträder" mochten maximaal 80 cc hebben en een maximaal toerental van 6000 tpm.

Voor veel Duitse fabrikanten ontstond door de nieuwe situatie een dilemma: Nu men voor de (grote) binnenlandse markt geen trappers meer hoefde te monteren, was het vaak niet interessant dat voor de (kleine) Nederlandse markt wél te doen. Daarmee verdwenen veel Duitse merken in Nederland van de markt.

 

 

 

 

© 2015-2018 copyright 

Alle rechten voorbehouden

 

Versie: 1.42 05-02-2018

bottom of page